Ongelooflijk en bijna onbeschrijflijk wat je allemaal op een frisse zonnige winterdag in het Doorterbos kunt meemaken. Nadat ik mijn fiets bij het vogelhuis heb neergezet word ik meteen getroffen door het aanzicht van de majestueuze Wilg waar ik al vaker tegenaan geleund heb. Zomer of winter, hij is er altijd voor me. Zijn diepe wortels zuigen alle wijsheid van Moeder Aarde gulzig op en stralen dit naar je uit. Je hoeft alleen maar te rusten onder zijn bezielde stam en te luisteren…
De prille februari zon prikt warm door mijn warme winterjas heen. Mijn hele lichaam warmt ervan op. Als ik het Bos binnenga groet ik eerst de Bomen en Bos wezens en voel ik of ik toestemming krijg om binnen te mogen gaan. Ja hoor, ik ben van Harte Welkom! Een Ree-wissel voert me al snel van het hoofdpad weg en het ene na het andere spoor van Reeën brengt me steeds dieper het bos in. Schraapsporen zijn het meest opvallend, naast hun keutels en pootafdrukken. Maar dan beland ik op een plek waar het gehele bladerdek overhoop is gehaald met hun gevoelige neuzen. Op zoek naar eikels natuurlijk en ander eetbaar goed. Ik leun tegen de forse Zomereik en laat me langs de stam op de grond zakken. Het zachte bladerdek voelt als een warme deken onder me. Zelfs na een half uur krijg ik het nog niet koud op deze plek, ondanks de koude zuidooster.
Ik stem me af op de energie van de voedsel zoekende Reeën en heb het idee dat het er meer dan 2-3 zijn, maar mijn verstand zegt dat dat teveel is… De dieren doen zich tegoed aan de onder de bevroren bladeren schuil gaande voedingsstoffen. Een jonge bok begroet me en ik maak contact met hem. Mijn Hart opent zich… Wat een Liefde en Respect. We blijven even in dit diepe contact terwijl de groep zich rustig terugtrekt. Nagenietend voel ik de hartenliefde door mijn hele lichaam gloeien.. Ik besluit even later op te staan en na nog een paar foto’s gemaakt te hebben van deze speciale plek toch de route door het bos te nemen. en wat schetst mijn verbazing als ik nog geen twee minuten later op een kleine roedel Reeën stuit… vijf stuks. Bijna geluidloos begeven ze zich door het dichtere struikgewas. Een, twee, drie… vier ……. vijf. Enkele Vrouwtjes en een Mannetje…. Dus toch!
Mijn hele lichaam tintelt nog van deze ervaring als ik op mijn fiets voer de Doorderweg naar huis ga. Een groep Houtduiven verlaat verschrikt een populier als ik de schim van een Sperwer door het Bos zie gaan. In het open terrein gebeurt bijna hetzelfde: een groep Kraaien en Kauwen verlaat schreeuwend een boomtop als een Buizerd in vol ornaat over mij heen zweeft….
Wat een dag!